Gijs Moes


China versterkt aanspraak op zee met pestgedrag en officiële stappen

.

Terwijl de hele wereld bezig is met de coronacrisis, verliest Peking zijn strategische belangen niet uit het oog. De campagne om de Zuid-Chinese Zee onder controle te krijgen gaat gestaag door.

Chinese toeristen poseren op Qanfu, een van Paracel-eilanden
©Copyright 2016 The Associated Press.

Veel meer dan wat verspreide atollen en koraalriffen zijn het niet, maar toch staan de Spratly- en Paraceleilanden nu onder direct Chinees bestuur. Sinds zaterdag vormen de eilandengroepen in de Zuid-Chinese Zee officieel twee districten. Daarmee laat Peking zien hoeveel waarde het hecht aan de controle over de zee ten zuiden van het vasteland, wat ook blijkt uit een aantal incidenten die er de laatste tijd plaatsvonden.

Aan het begin van deze maand kwam een Vietnamees vissersschip in de buurt van de Paraceleilanden in botsing met een Chinees vaartuig van de kustwacht. Beide regeringen claimen dat de agressie van de andere kant kwam en het is moeilijk vast te stellen wat er precies is gebeurd, afgezien van het feit dat het Vietnamese schip gezonken is. China heeft vaker incidenten en aanvaringen met vissersschepen van andere landen uitgelokt, zoals vorig jaar nog bij een rif dat volgens internationaal recht Filipijns is.

©Louman & Friso

Hinderlijk volgen van schepen

Vorige week meldde Maleisië dat een onderzoeksschip hinderlijk werd gevolgd door Chinezen. De Maleisiërs waren op zoek naar olie, in wateren die zowel door dat land als door Vietnam worden geclaimd. Het is ook niet voor het eerst dat Chinese schepen het zoeken naar olie in deze wateren hinderen. Maleisië, dat de relatie met China graag goed wil houden heeft niet uitdrukkelijk geprotesteerd, zoals Vietnam dat wel deed. De Verenigde Staten hebben ook hun onvrede geuit over het ‘pestgedrag’ van de Chinezen.

Taiwan trok vorige week aan de bel over hinderlijk gedrag door Chinese schepen. In dit geval ging het om zandwinning in zee bij de Penghu-archipel, ook bekend als de Pescadores, een eilandengroep ten westen van Taiwan. Dat land bestuurt deze eilanden, die bewoond zijn, maar China erkent het gezag van Taiwan niet – ook omdat het de zelfstandigheid van dit land helemaal niet respecteert. Taiwan is volgens de communistische regering in Peking een afvallige provincie van China.

Olie, zand en scheepvaartroutes

Natuurlijk gaat het de Chinezen om de olie en het zand, die goed van pas komen bij de economische ontwikkeling van het land. Ook al staat de economie nu op een lager pitje door de coronacrisis, op termijn blijft de aanvoer van deze grondstoffen van essentieel belang voor Peking. Maar de Chinese belangen in deze zee gaan verder. Door deze wateren lopen belangrijke scheepvaartroutes, ook naar Japan en Zuid-Korea, waarmee China moeizame relaties heeft.

Omdat de Verenigde Staten bondgenoten zijn van Japan en Zuid-Korea en een speciale relatie hebben met Taiwan, is de controle over de Zuid-Chinese Zee ook voor Washington belangrijk. Regelmatig varen Amerikaanse marineschepen door deze zee, om China duidelijk te maken dat het om internationale wateren gaat waar iedereen toegang moet hebben. De Amerikaanse vloot is veruit de sterkste ter wereld en daarmee behouden de VS zich het recht voor overal te varen.

Maar Peking legt een claim op de hele Zuid-Chinese Zee, tot ver in het zuiden. Met de vorming van de nieuwe districten op de Paracel- en de Spratly-eilanden zet China die claim kracht bij. Het laat ook zien zich niets aan te trekken van een uitspraak van het Permanente Hof van Arbitrage in Den Haag, dat vier jaar geleden oordeelde dat China geen ‘historisch recht’ heeft op de zee. Peking heeft die uitspraak naast zich neergelegd en is doorgegaan met het aanleggen van havens en landingsbanen op de afgelegen eilandengroepen.

.

Gijs Moes

(Uit: Trouw, 21.04.2020)


Cái Đình - 2020