Phạm Kim Luân


Het verhaal van de heer Văn Đức

Dit is het verhaal van de heer Văn Đức (VD).
Hij werd geïnterviewd door de heer Phạm Kim Luân (PKL)

***

PKL: Kunt u iets vertellen over uw achtergrond en uw familie?

VD: Mijn vader was geboren in China in een boerendorp aan de grens met provincie Guangdong. In de jaren 40 van vorige eeuw verliet mijn vader op 17-jarige leeftijd zijn geboortedorp en vertrok naar Vietnam om de burgeroorlog daar te ontvluchten. Mijn moeder was geboren in Vietnam als etnisch Chinese, haar ouders kwamen van oorsprong uit Hainan eiland. In de jaren 30 verlieten ze ook hun geboorteland vanwege chaos en armoede in China. Ik en mijn broers en zussen groeiden op als etnisch Chinese in Phu Nhuan, een district van Saigon in die tijd.

PKL: U bent geboren en opgetogen in Vietnam maar hebt een Chinese root. Is dit ooit een belemmering geweest in de integratie van uw familie in de maatschappij voor en na de politieke omwenteling in 1975?

VD: Chinezen en Vietnamezen leefden generatie lang harmonieus met elkaar. Door gelijkenis in cultuur en gewoonten werden de Chinezen vrijwel volledig opgenomen in de Vietnamese samenleving. In 1965 van vorige eeuw, toen werd een decreet uitgevaardigd van de toenmalige Zuid Vietnamese regering dat alle Chinezen hun naam dienden te vertalen in het Vietnamees en de kinderen moesten naast Chinese lessen ook Vietnamese onderwijs volgen, een tweetalig onderwijs dus. Wat hield in de praktijk is dat de etnische Chinese kinderen een volle dag op school zitten in plaats van halve dag als hun Vietnamese leeftijd genoten. ‘s Morgens volgden we Chinese les en in de middag de Vietnamese les inclusief alle vakken zoals aardrijkskunde, geschiedenis, wiskunde enz.  Het schepte voor mij veel verwarring op in die jonge leeftijd. Een grappig voorbeeld was een breuk van 2/3 wordt als twee derde in het Vietnamees (trouwens ook in Nederland) maar alleen in het Chinees zei je net anders om, drie tweede. Of als je korting van bijvoorbeeld van 20 % geven zeggen we in het chinees dat je  maar 80 % hoeft te betalen, net iets anders formulieren maar met dezelfde betekenis. Als je over geschiedenisles zou hebben dan was de tegenstrijdigheid nog groter. Wij leerden nooit de invasie van China tegen Vietnam door de eeuwen heen, maar de geschiedenisles in de middag ging het hoofdthema meestal over de heroïsche strijd tegen het grote land in het Noorden. Eerlijk is eerlijk, als wij inclusief de Franse en Japanse bezettingen gaan meetellen, waren er in totaal 18 keer dat Vietnam werd aangevallen door buitenlandse machten waarvan 16 keer kwamen uit China vandaan.

Wat betreft het vertalen van de namen naar het Vietnamees, persoonlijk vind ik dat het meer een zegen is dan een vloek. Mijn naam spelt uit als Wen Te in het Mandarijn en Man Tak in het Kantonees. Doordat de naam was omgezet naar het Vietnamees als Van Duc klinkt mijn naam net zo regulier als andere namen in Vietnam omdat ook de naam Duc is vrij gangbaar in het land zelf, waardoor je geen onderscheid meer kan maken op het papier als op dagelijkse communicatie. Het bevordert juist de integratie. 

PKL: Waarom, wanneer en met wie bent u uit Vietnam gevlucht? Hoe ging het met de vlucht?

VD: Op 30 April 1975, was ik toen ongeveer 10 jaar oud. Te jong om te begrijpen wat er om je heen zich afspeelde, maar net oud genoeg om te beseffen dat er iets aan de hand was. Er vielen veel schoten en geluiden van helikopters die haastig heen en weer boven het luchtruim waar wij woonden vlogen, op straat lagen vol met militair kleding en spullen. Op de volgende dag toen ik wakker werd van een lange nacht was de straat waar ik woonde rood gekleurd door de vlaggen van het nieuwe regime.

De nieuwe machthebber liet de etnisch Chinezen in het begin met rust. Er werd constant aan de broederschap tussen Vietnam en China tot in de hemel geprezen, een hechte, ononderbroken relatie tussen beide landen die bijdroeg aan de uiteindelijke overwinning. Vier jaar later sloeg de goede relatie om in vijandschap, China begon de totale oorlog tegen Vietnam in 1979 te voeren tussen de grensgebieden in het Noorden van Vietnam. De etnische Chinezen werden gewantrouwd en onder toezicht gehouden door lokale politie, hun werd beschouwd als tweede rang burgers en verloren elke rechten van hoge onderwijs en burgerschap. Het vermogen van de rijke Chinezen werden zonder pardon in beslag genomen. Onder die omstandigheden besloten mijn ouders een vlucht voor ons te regelen. Het was in juni 1981.

De vlucht verliep gelukkig voorspoedig in vergelijking met andere vluchten, na drie dagen en twee nachten in open zee werd het gammele bootje opgepikt door een Nederlandse olietanker, die was onderweg naar Busan in Zuid-Korea om ruw olie te leveren. Hier belandde ik, in een vluchtelingenkamp in Busan, een militair kamp uit de tijd van burgeroorlog in Korea. In het kamp, waren er in die periode ongeveer 150 Vietnamese vluchtelingen gevestigd, niet echt een groot aantal in vergelijking met andere opvangkampen in Zuidoost-Azië, wellicht kwam dat door de geografische ligging van Zuid-Korea, te ver weg voor een bootje op eigen kracht hierheen kon varen. Het kamp was klein maar het was een minimaatschappij van Zuid-Vietnamezen die op de vlucht waren, waar er ieder individueel karakter werd uitvergroot. Je had te maken met voormalige legerofficieren, soldaten, dokters, advocaten, professoren, vissers, etnische Chinezen die samen in amper 1000 vierkante meters delen.

Ik kon me nog een voormalige legerofficier herinneren, ik noem hem kapitein K, hij was welbespraakt, kon goed omgaan met iedereen en hield van verhaal vertellen. Als een nieuwsgierige jongen van 17 mocht ik overal bijschuiven. Kapitein K was een typisch jonge man in de jaren 60, 70 van vorige eeuw toen de oorlog in Vietnam tot op de hoogste punt was bereikt. Hij werd opgeleid als jonge cadet tot officier aan de elite militaire academie in Da Lat. Door zijn moed werd hij snel gepromoveerd tot de rang van kapitein, de laatste rang die hij bekleedde op het moment dat Saigon was gevallen in 1975. Hij vertelde ons over zijn gevechten in jungles met zijn peloton en ook over zijn detentie in de zogenaamde heropvoedingskamp na de overgave.  Het was eigenlijk een gevangenis gecamoufleerd met een mooie naam ‘heropvoedingskamp’, zei hij. De detentie-methode was simpel maar effectief en erg onmenselijk. Liet de gevangenen verhongeren en hun verplichten om veel zwaar arbeid te verrichten op het veld dan op den duur denkt iedereen alleen aan eten om te kunnen overleven, biologie wint uiteindelijk dus van ideologie. Hij vertelde soms ook over zijn glorieuze periode, in een tijd dat hij optrad als leider van een peloton doortrekken in de jungles om vijanden te zoeken en elimineren of tegen aanval uitvoeren op de verloren gebieden. Na zo’n verhaal keek hij vaak met een blik van weemoed naar de verte om niet toe te geven aan het onmogelijk verlangen naar wat voorbij was.

Ik heb ergens gelezen dat je persoonlijkheid wordt gevormd tussen 10 en 17-jarige leeftijd. Zoals gezegd, vond de omwenteling plaats in Vietnam in 1975 op het moment dat ik 10 jaar oud was. Ik groeide op met leuzen van glorieuze overwinning tegen “Amerikaanse imperialist en de marionettenregering”, vooral de laatste diende hun straf uit te zitten in heropvoedingskamp waar ze op “humanitaire wijze” behandeld en heropgevoed worden tot een gewoon volk. Het toeval gaf mij een gelegenheid te mogen leven in 6 maanden tijd in Busan tussen mensen uit het zuiden die de nieuwe machthebbers de rug toekeerden, dat ik een andere kant van het verhaal meekreeg was een verbreding voor mijn horizon. Het geeft mij een andere kijk naar de geschiedenis, geschiedenis wordt eigenlijk altijd opgesteld en geschreven door de winnaars, de verliezers worden in een hoek gedrukt en langzaamaan verdwenen van het toneel.

Begin december 1981 stapten we in een bus naar het vliegveld in Busan op weg naar Nederland. Op de dag van afscheid, wenste kapitein K mij veel sterkte en geluk in het leven, hij zei: “jij bent nog heel jong en Nederland is een mooi land waar vluchteling heel goed wordt opgevangen, als ik een keuze zou kunnen maken zou ik naar Nederland gaan i.p.v. naar Amerika. Amerika is een onbetrouwbare bondgenoot”. Ik stapte in de bus, toen de bus begon te rijden,  zag ik kapitein K nog even wuifde naar de bussen, ik keek achterom en liet het kamp achter, hiermee sloot ik een hoofdstuk af in mijn leven en begon met een nieuw hoofdstuk onderweg Nederland.

PKL: U was vrij jong toen u in Nederland aankwam, kunt u nog herinneren over uw eerste dagen in Nederland?

VD: Wij kwamen aan op Schiphol in december 1981, opgehaald door een maatschappelijke medewerker. We stapten in een touring bus die reed in de richting het zuiden van het land naar het opvangcentrum in Oud Gastel. Ik zag langs de weg alleen graslanden, weiden en koeien, wat heel anders waren dan in mijn voorstelling van Westerse landen, met hoge bouwen, prachtige verlichting waar lux en rijkdom uitstraalden. Oud Gastel is een dorp gesitueerd in de provincie Noord-Brabant. Het opvangcentrum was vroeger gebruikt als kloosters of celibaat centrum waar mensen in stilte terug kunnen trekken. Er is een kleine kerk tegen aan het gebouw. Wij werden zeer warm opgevangen door de lokale bevolking, zij namen oude warme kleding mee voor de nieuw komende Vietnamese vluchtelingen. Het was de eerste keer dat ik een warm chocomelk nam, ik vond het zo waanzinnig lekker wellicht omdat het buiten zo koud was. Het had veel gesneeuwd in die wintermaanden. Als ik terug denk, schat ik nu op ongeveer 10-20 cm sneeuwval. Het pad lag vol met sneeuw, het park in de buurt was mooi wit, het zag eruit als in een sprookje.

Ongeveer een maand nadat we gevestigd waren in het opvangcentrum, sloeg de heimwee toe. Het leek alsof de geest de tijd nodig had om het trauma van de hele vlucht, nare ervaring te verwerken. Je was continue verplaatst van de ene situatie naar de andere, er trad een tijdvertraging op in je geest om alles op te nemen en te verwerken. Nu bereikten we het einddoel, namelijk veilig beland in Nederland, het leek alsof dat je hersenen de gelegenheid kregen om de gebeurtenissen op een rijtje te zetten. Een Belgische schrijver heeft weleens beschreven: Heimwee is een vorm van rouwproces, rouwen voor het verlaten en verliezen van je geboortegrond. Ik ben helemaal mee eens met deze stelling. Voor de ene duurde zo’n rouwproces kort maar voor de andere duurde dit proces eeuwig en zelfs later in je leven de te verwerven persoonlijk succes of rijkdom helpen je ook niet er overheen te komen. Je zou je altijd in twee werelden bevinden. Ik was niet uitgezonderd, begon vaak aan mijn ouders en achtergelaten broertje en zus te denken. Dankzij er veel activiteiten om me heen in het opvangcentrum, zoals uitkijken naar een nieuwe vestiging locatie in Nederland en tijd besteden aan het leren van de Nederlandse taal, al die bezigheden gaven mij weer evenwicht terug in het dagelijkse leven. Maar het gold niet voor een van mijn medebootvluchtelingen.

Hij was een paar jaar ouder dan ik, we zaten op hetzelfde bootje, aardige jongen, van het introverte type, hij kon goed met iedereen omgaan, altijd met glimlach op zijn gezicht. Na twee maanden in het opvangcentrum, begon zijn vrolijke stemming om te slaan in depressiviteit. Hij sloot zich op in zijn eigen kamer. De regel toen was dat er prioriteit werd gegeven aan de families voor huisvesting in andere gemeente en daarna was de beurt aan de alleenstaande. Een voor een gingen we het opvangcentrum verlaten, hij en een paar alleenstaanden bleven nog over in het lege opvangcentrum. Deze situatie maakte hem nog meer geïsoleerd en de langdurige eenzaamheid begon zijn tol te eisen. Ik hoorde later dat hij opgenomen was in een psychiatrische inrichting, en een paar jaar later had hij suïcide gepleegd door zichzelf te springen voor een rijdende intercity. Het was pijnlijk en een tragisch verhaal, het blijft bij mij voor altijd hangen en ik moet vaak aan hem denken wanneer ik in een station op een trein stond te wachten.

Na drie maanden in het opvangcentrum kregen we een woning aangewezen in Spijkenisse.

PKL: U hebt de middelbare school in Nederland afgerond en een opleiding aan TU Delft voltooid. Kunt u iets over dat proces vertellen?

VD: We volgden allemaal de 400 uren Nederlandse taal-les. Doordat ik een beetje Engels al machtigde voor de vlucht kon ik vrij snel de Nederlandse taal eigen maken. Ik heb toen aangegeven dat mijn wens was om verder te leren, dus werd ik doorverwezen naar de middelbare school in Spijkenisse waar ik mijn vwo-diploma afmaakte in 1987. Ik ging verder naar TU Delft voor een technisch opleiding. De ‘poort van Universiteit’ was in feite helemaal niet zo poëtisch of romantisch als beschreven in liedjes of in poëzie uit Vietnam, maar het was een constant gevecht met de tijd die je niet hebt, met andere woorden het was continue een race tegen de klok om tentamens en projecten te halen. Na bijna 6 jaar worstelen, heb ik de studie afgemaakt en Ingenieur diploma behaald gespecialiseerd in de richting elektrotechniek en energietechniek.

PKL: Waar hebt u gewerkt na uw afstuderen? Hoe voelt u zich op de werkvloer en uw collega’s?

VD: Mijn eerste baan was bij een engineering bureau in Rijswijk, een paar jaar later stapte ik over naar olie en gas business bij Koninklijke Shell in Den Haag waar ik mijn internationale loopbaan begon. Uiteraard merkte ik dat de werk cultuur in dit land is heel direct, er heerst een no-nonsens cultuur, je draait er niet om een probleem heen wat ik in het begin wel moeite mee had. In die periode woonde ik inmiddels al iets meer dan 10 jaar in Nederland, maar het echte leven speelde zich af in het bedrijfsleven waar je samen moet werken met de Nederlandse collega’s dan kom je pas in aanraking met de authentiek Nederlandse cultuur en werkwijze. Ik merkte weinig of geen discriminatie naar mijn afkomst of achtergrond, zolang je goed werk kan leveren en je toegevoegde waarde kan laten zien dan denk ik dat geen enkele werkgever zal je graag weg discrimineren, het gaat immers om dat je nuttig bent en in staat bent geld te verdienen voor de onderneming. Maar er zal wel altijd een onzichtbare glazen plafond in het bedrijfsleven bestaan dat obstakels vormen voor degenen die graag tot de top behoren die met andere afkomst of gender. Wat het betreft vond ik niet erg, het was zo, het is zo en het zal zo altijd blijven, niet iedereen kan topmanager worden en tegelijk ook niet iedereen zal graag levenslang in techniek blijven. Ik voerde mijn werk uit zoals verwacht en dankzij Shell kan ik een redelijk goed leven aan mijn familie geven en dankzij Shell kan ik heel veel plekken in de wereld zien en bezoeken.

In een kamp in Qatar voor Shell medewerkers in 2012

PKL: Kinderen opvoeden in twee culturen, wat is uw mening hierover? Hoe hebt u het opgepakt?

VD: In 2009 waren we in Amerika voor vakantie en voor familie bezoeken. Op het cruiseschip in Miami had ik toevallig een gesprek met een oud Amerikaans echtpaar. Wij praatten over alles en nog wat, over het weer, Vietnam-oorlog, Amerikaanse politiek. Toen vroeg mevrouw mij uit welke staat ik woon, ik zei dat ik een toerist ben en woonachtig in Nederland. Mevrouw zei dat zij dacht dat ik Amerikaanse was. Ik denk dat door het verloop van de geschiedenis van dit immense land wordt er in de V.S. vrij snel geaccepteerd dat een immigrant een mede Amerikaanse staatsburger is na een periode van integratie. In Europa in het algemeen en in Nederland in het bijzonder, wordt er tegen de derde of vierde generatie van immigranten nog gevraagd waar je vandaan komt tijdens een gesprek. Ik denk niet dat er zoiets te maken zou hebben met discriminatie maar het komt wellicht door het feit dat Europa wordt beschouwd als een ‘oude’ wereld waar conservatieve ideeën en manier van leven zijn diepgeworteld in de geest en het leven van gewone volk. Je komt niet zomaar tussen in. Met dit context als achtergrond kom ik terug naar de vraag hoe omga met het opvoeden in twee culturen in Nederland.

Toen mijn kinderen nog jong waren, daarmee bedoel ik tijdens de periode van basisschool, mijn zorg was dat zij gepest zouden worden door hun uiterlijk en afkomst. Maar gelukkig was die zorg ongegrond, zij konden heel goed omgaan met hun ‘autochtone’ vrienden en vriendinnen, zelfs mij dochter had een hechte band met haar groep tot jaren later. Ik legde niet echt te veel nadruk op het behouden van eigen cultuur, ik was vrij open in opvoeding, zolang je kan omgaan met klasgenoten en samen een groep vormen en dan is het voor mij prima. Ik moedig mijn kinderen aan om het best uit twee culturen te halen, samenvoegen tot iets voor jezelf dat je later baat bij zal hebben in een tijd dat de wereld lijkt kleiner te worden door globaliseren.

Ongeveer 10 jaar geleden kwam een groep enthousiaste studenten uit TU Delft en uit andere universiteiten naar mij toe met het verzoek of ik hun kon ondersteunen voor het opzetten van het platform Iviet. Wat bijzonder van deze groep was dat ze zijn van oorsprong Vietnamees en allemaal zijn ze geboren in Nederland. Zij spreken de taal perfect en accentloos. Ze wilden de Iviet groep oprichten, hoofddoel was het introduceren en bevorderen van de Vietnamese cultuur voor de jonge Vietnamezen in Nederland en voor de Nederlanders. Ik vond de gekozen naam Iviet briljant, ik heb begrepen van een anekdote dat hun na een meeting in McDonalds restaurant unaniem besloten voor die naam, wiens oorspronkelijke idee was, dat weet ik niet meer. Je kunt de naam Iviet geassocieerd met Iphone, Ipad, Imac enz van het firma Apple. Het straalde iets persoonlijk, met eigen karakter uit maar toch gewild door iedereen en geïntegreerd is in de samenleving. Iviet straalde uit zoiets als: Ik ben hier geboren als Nederlander maar toch ben ik uniek met mijn eigen cultuur. Het viel mij op dat de tweede generatie had ook de behoefte aan eigen identiteit te zoeken en graag willen behouden zonder te vervreemden van het feite dat ze Nederlanders zijn. Zij hadden een paar leuke evenementen op professionele wijze georganiseerd, nadruk werd gelegd op het introduceren de rijke Vietnamese cultuur, muziek, culinairs aan de Nederlanders en ook aan de jonge Vietnamezen die opgroeien in Nederland. Wel erg jammer dat de Iviet groep tegenwoordig er niet meer is, het begon in paar jaar na de oprichting langzaamaan ophouden te bestaan.

Als moderator tijdens een forum in TU Delft georganiseerd door Iviet in 2009

PKL: Bent u terug naar Vietnam geweest? Kunt u uw gevoelens voor Vietnam beschrijven?

VD: In Vietnam wordt er vaak gezegd dat jouw geboorteplaats, de plek is waar navelstreng werd doorgesneden en placenta werd begraven. Het is een oud Vietnamees gebruik om de navelstreng en placenta in de plek waar iemand geboren was te begraven zodat letterlijk een deel van het lichaam en bloed werden gemengd met je geboortegrond en je altijd doet denken aan de root waar je vandaan komt. Als etnisch Chinese ben ik niet opgeroeid met zo’n gedachte, tenminste het werd niet doorgeven door mijn ouders. Ik vermoed dat een van de redenen is dat de etnische Chinezen van afgelopen eeuw vaak immigreerden naar andere landen in hun jonge leeftijd op zoek naar nieuwe toekomst en geluk net als mijn vader en mijn opa, oma aan de moederskant. Alle tijd en energie werden geconcentreerd op het opbouwen van nieuwe bestaan, de nadruk op de volgende generatie werd gelegd op het behouden van eigen cultuur en eigen taal en daarmee je eigen identiteit. Zij beseffen dat het geen garantie geeft dat je in de nieuwe plek voor altijd zal blijven, je bent altijd voorbereid in je geest hetzij jouw hele familie weer zou moeten vertrekken door omstandigheden of hetzij de kinderen op moment dat ze volwassen worden hun eigen weg gaan kiezen wellicht een andere plek in de wereld gaan bewonen voor eigen geluk en toekomst.

In 1995 was ik voor het eerst terug naar Vietnam, de laatste keer dat ik bezoek bracht aan Vietnam was in 2015. Ik voel me altijd een onbeschreven ‘warmte’ elke keer dat ik aankwam in Vietnam. zodra de deur van het vliegtuig geopend werd dan stroomde er een bekende geur binnen die doordrong in mijn neus dat mij een thuis gevoel gaf. Die geur, een combinatie van tropische temperatuur, luchtvochtigheid en stoffige omgeving, die samenstelling riep veel herinneren op van mijn jeugd en het leek alsof dat de verloren zoon weer even terug was in de warme schoot van zijn moeder. Ik begrijp best wel dat mijn gevoel stond in contrast met de echte werkelijkheid. De omgeving waar ik opgroeide was in feite niet meer herkenbaar, alle oude huizen zijn verwijderd om plaats te maken voor nieuwe hoogbouw. As je tegenwoordig rondloopt in de eerst Arrondissement in Saigon, zou je niet meer kunnen onderscheiden van andere steden in Zuidoost-Azië zoals Kuala Lumpur of Bangkok, dat vind ik echt jammer, Saigon heeft haar eigen, authentiek karakter verloren ten behoeve van de economische groei. Het aantal inwoners in de stad is gestegen tot boven de 10 miljoen, het is alsof meer dan twee derde inwoners van Nederland een plek samen delen in deze stad. Er zijn veel meer voertuigen op de wegen dan vroeger, zodanig veel dat de huidige verouderde infrastructuur vaak verstopt raakt door deze snelle ontwikkeling.

Bezoek een weeshuis in Vietnam in 2015

Groepsfoto van zijn zoon, dochter en neef met de kinderen in een tehuis in Vietnam

PKL: Onderhoudt u nog contacten met de andere Vietnamezen in Nederland of in andere landen?

VD: Door mijn werk, moet ik de laatste 10 jaar veel reizen waardoor ik helaas nog weinig contact heb met de andere Vietnamezen in zowel in NL als in andere landen.

Ik ben trots op wat de Vietnamese gemeenschap bereikt heeft in de afgelopen vier decennia vanaf het eerst moment de eerste Vietnamese aankwam in Nederland. Hoe jonger je bent hoe flexibel je zou zijn om aan te passen en jezelf ontwikkelen in nieuw land. In het begin hadden de meeste oude Vietnamezen moeite met het aanpassen aan een nieuw leven, aan de andere taal en omgeving. Uiteindelijk wisten ze deze vicieuze cirkel door te breken door te beginnen met loempia’s te verkopen op de markt en het bleek een succesverhaal te worden. Zij hebben in de loop van de jaren heen een eigen economische kring gecreëerd, van toeleveranciers tot het opzetten van eigen loempiafabriek tot aan de afzetmarkt bij winkels of bij de klanten, een complete supply chain dus. Veel van hun kinderen ken ik uit de studenten tijd. Ze zijn tot nu toe allemaal goed terecht gekomen, als werknemers bij gerenommeerde bedrijven, als ZZP’ers of als succesvolle ondernemers. Het integratieproces verloopt zodanig voorspoedig dat je nauwelijks meer hoort over de Vietnamese gemeenschap in de media. In de jaren 90 gaf zelfs Pim Fortuyn een complimentje aan de Vietnamese gemeenschap tijdens een interview met NOS, een jaar voordat hij vermoord werd.

Uit eigen ervaring vind ik dat het integratieproces geen gemakkelijk weg geweest is, je stapte over de ene barrière na het andere, als je genoeg barrières overkomt dan bereikt je het volledige niveau van integratie. Het spreekt vanzelf dat wij graag van de succesverhalen willen horen, maar er zijn ook verhalen van de minder gelukkigen die de verkeerde wegen inslaan. Ik wil even stil staan bij die gevallen. Ik denk aan mijn medebootvluchteling van de eerste uren die zijn leven heeft beëindigd, aan mijn leeftijdgenoten in de jaren 80, 90 die door inschattingsfout in het leven aan den vreemde in het criminele circuit terecht kwamen of drugsverslaafden worden, ook denk ik aan degenen die de boot van integratie volledig hebben gemist voor wat voor reden dan ook kunnen ze niet meedraaien met de huidige maatschappij en nu leven aan de zijlijn van de samenleving met betreurenswaardig blik naar een verloren droom.

PKL: Volgt u de ontwikkeling van Vietnam? Hoe kijkt u tegen de toekomst van Vietnam aan?

VD: In 20 jaar tijd omarmde Vietnam de markteconomie en probeert het land te integreren in de wereldmarkt. Aan het einde van de jaren tachtig stond de economie van Vietnam aan de rand van afgrond na jarenlang oorlog voeren met China en Cambodia en na jaren van wanbeleid door centraal gestuurde economie. Om de macht te behouden, realiseerden de machthebbers zich dat zij de welvaart aan eigen land en volk moeten verhogen door te leren van het westerse kapitalisme, en die omschakeling heeft Vietnam op het pad gezet naar economische groei in jaren 90 waardoor het land uit het economische moeras is geklommen. In principe hebben ze het kapitalistische systeem ingebed in het ideologische communisme, het is zodanig gebeurd dat zij het mandaat hebben om het land te besturen zonder de macht los te laten. Maar dit systeem creëert een grote ongelijkheid in Vietnam, er is een groot gat ontstaan tussen rijk en arm ontstaan vooral in het platteland. Ik vraag mij af wat er nog overblijft van de oorspronkelijke ideologie: Het zogenaamd strijden voor een gelijke rechten en gelijke maatschappij.

Het bestuursmodel in huidige Vietnam is eigenlijk gekopieerd die van China waar ze een nieuw systeem weten te creëren wat in theorie tegengesteld is, ik bedoel hiermee tussen het communisme en kapitalisme, dat hebben ze weten in een systeem te maken. Als je goed waarneemt dan zie je dat het is in de realiteit dat in Vietnam een veel hard kapitalisme is dan wat wij kennen in Nederland, in Nederland kan je bijna noemen dat dit land een socialistische staat is.

Dit hybride systeem zorgt er wel voor de economische groei, stabiliteit maar tevens ook voor enorme ongelijkheid waardoor leeft een groot deel van de Vietnamese bevolking nog steeds onder de armoedegrens.

Hoe ik tegen de toekomst van Vietnam aankijk? Ik zal het democratisch model van landen uit Zuidoost-Azië niet aanraden, wel landen uit Noordoost Azië zou een goed voorbeeld voor Vietnam kunnen zijn. Zuid-Korea en Taiwan zijn begonnen als strenge dictatuur en inmiddels zijn beide landen getransformeerd tot florerende democratie. Een periode van 30 jaar is nodig voor zo’n transformatieproces.  Zij weten in de jaren tachtig en negentig een florerende economie te ontwikkelen met nadruk gelegd op hightech, een wonderbaarlijke transformatie van agrarische sector naar technologische sector, waardoor een solide basis is neergelegd voor democratisch systeem.

Zal Vietnam ook zoiets doormaken? Ik vind heel moeilijk om niet te zeggen dat het onwaarschijnlijk is omdat het druist in tegen het basisprincipe van het communisme, welke streven naar absolute macht en heerschappij zijn de prioriteit en het einddoel zelf. Ik denk dat er verbetering zal komen maar het zal lang duren, en wat zij ook doen, de reden zal zijn geboren uit de noodzaak om te overleven en om de macht te behouden, de prioriteit ligt zeker nu niet om de toekomst van het land naar een goede richting te leiden.

.

Phạm Kim Luân
Bron: Onvertelde verhalen, 11.07.2021

 

 

Direct link: http://www.caidinh.com/Archiefpagina/Cultuurmaatschappij/Interview/hetverhaalvandeheervanduc.htm


Cái Đình - 2021